Blogs·Blogs overig

Analyse op ‘Tactische meesterbreinen ontleed’

Op VI Pro (aanrader voor elke voetbalcoach) staat een mooi overzicht van tactische longreads: Tactische meesterbreinen ontleed. Van 10 verschillende coaches wordt de speelwijze en tactiek met beelden uitgebreid geanalyseerd. Ik vroeg me af of hier patronen in te ontdekken zouden zijn en wat een gemiddelde amateurtrainer hier mee zou kunnen. Wat me hierin is opgevallen heb ik uitgewerkt in dit artikel. Afsluitend laat ik zien met concrete oefenvormen hoe deze patronen van topcoaches trainbaar zijn voor iedere amateurtrainer.

De coaches
Voor de volledigheid even een overzicht van de coaches waarvan de tactieken zijn geanalyseerd: Antonio Conte (Inter), Thomas Tuchel (PSG), Arne Slot (AZ), Brendan Rogers (Leicester City), Julian Nagelsmann (Red Bull Leipzig), Erik ten Hag (Ajax), Lucien Favre (Borussia Dortmund), Maurizio Sarri (Chelsea), Jurgen Klopp (Liverpool) en Pep Guardiola (Manchester City). De artikelen zijn door Pieter Zwart en Sam Planting geschreven vanaf 2017.  

Formaties
Als ik kijk naar de formaties van deze coaches/teams vallen me 4 dingen op:

  1. De coaches hanteren verschillende formaties (in balbezit) waarbij 4-2-3-1 het meest voorkomt. Niet elk team aan de top speelt in dezelfde formatie. Er zijn dus kennelijk meerdere wegen die naar Rome leiden en je kan in mijn ogen dus niet zeggen dat de ene formatie beter is dan de andere. Het gaat altijd om de invulling die spelers aan een formatie geven.    
  2. Coaches maken onderscheid in een formatie bij balbezit en formatie bij balbezit van de tegenstander. Bijvoorbeeld Maurizio Sarri die in balbezit veelal 4-3-3 speelt en bij balbezit tegenstander 4-1-4-1 en Antonio Conte die in balbezit 3-5-2 speelt en bij balbezit tegenstander 5-3-2. De coaches zien aanvallen en verdedigen los van elkaar en hebben hier dus andere formaties voor. Dit vraagt dus ook iets van spelers in de omschakeling naar balbezit en omschakeling bij balverlies, namelijk z.s.m. in je nieuwe positie komen. Verdedigend en aanvallend in verschillende posities moeten kunnen spelen maakt dat spelers veelzijdig moeten zijn.  
  3. Coaches hanteren door het seizoen heen verschillende formaties. Een keuze voor een andere formatie heeft te maken met een tegenstander of beschikbaarheid/afwezigheid van specifieke spelers.
  4. Coaches hebben geëxperimenteerd met formaties in de voorbereiding. Het kiezen van een formatie is een zoektocht. Van geen enkele coach heb ik gelezen dat er een vaste formatie is die men bij elke club altijd hanteert.  

De keuze voor een formatie lijkt vooral gebaseerd op het creëren van voorwaarden zodat de beste speler(s) kan/kunnen uitblinken. Bijvoorbeeld Tuchel van Paris Saint-Germain die in een redelijk ongebruikelijke 4-2-2-2 speelt maar hiermee wel al zijn steraanvallers in de as van het veld kan opstellen. Coaches die een filosofie met een vaste formatie hebben lijken er niet te zijn. Een formatie is dus vooral een middel en geen doel.

VRAAG: hoe kom jij tot een formatie?

Verdedigen
In de analyses over het verdedigende spel van de teams zijn de 2 meest voorkomende principes:

  • Teams houden de as dicht en lokken/duwen tegenstanders naar de zijkant. Waarom zouden ze dat doen? De route door de as is de kortste route naar het doel, daarom wil je vooral deze route afschermen voor je tegenstander. Daarnaast: balbezit aan de zijlijn beperkt (afspeel)mogelijkheden omdat de bal immers niet over de zijlijn mag komen. Als verdedigende partij is het dus wenselijk om je tegenstander aan de zijlijn aan de bal te hebben. Het is makkelijker te verdedigen.   
  • Teams verdedigen vooral de zone en niet de man, ofwel: zonedekking. Daarover schreef ik eerder dit.

VRAAG: hoe wil jij verdedigen?

Aanvallen
Een heel duidelijk patroon in het aanvallende aspect van de geanalyseerde teams is het creëren van overtallen. Zowel in de opbouw, met bijvoorbeeld een uitzakkende middenvelder, als op het middenveld met doorschuivende verdedigers of inzakkende aanvallers. Het creëren van overtallen is waar veel topcoaches naar op zoek zijn. Meerdere coaches laten de aantallen waarmee wordt opgebouwd afhangen van het aantal aanvallers waarmee een tegenstander de opbouw probeert te verstoren. Daardoor wijzigt een formatie soms gedurende de wedstrijd.   

Het creëren van een overtal rondom de bal heeft 2 voordelen:

  1. Door je overtal kan je eenvoudiger in balbezit blijven, door een numerieke meerderheid zou je in theorie immers altijd een afspeelmogelijkheid moeten hebben.
  2. Bij balverlies is het, door je numerieke meerderheid rondom de bal, gemakkelijker om direct druk te geven op de bal en de counter van de tegenstander eruit te halen. Dit voordeel is dus ook een patroon in de omschakeling naar balverlies. Wat in Duitsland gegenpressing wordt genoemd. Veel teams gebruiken het overtal rondom de bal om bij balverlies direct druk te geven.    

VRAAG: hoe kom jij tot een overtal? En wat doe jij in de omschakeling bij balverlies?

Een ander patroon is het zoeken van diepte. Zowel vanuit open spel met opbouw van achteruit als vanuit de omschakeling naar balbezit. Diepte zonder bal (in mijn ogen de meest effectieve manier om tot kansen te komen) komt bij alle teams naar voren, of de spits nou Lukaku, Boadu of Werner heet: diepte wordt gevraagd.

Zonder diepgang ben je makkelijker te verdedigen: het spel wordt statisch, voorspelbaar en gaat van voet tot voet. Met diepgang kom je dichterbij het doel van de tegenstander, veelal zal de diepgaande speler ook met het gezicht naar het doel van de tegenstander in balbezit komen. Het enige dat je nodig hebt is een diepgaande speler en een speler die de pass kan geven. Dat is geen hogere wiskunde.

Snelheid is vanzelfsprekend een pré bij de diepgaande speler. Toch is het geen absolute must. Als je in het laatste kwart van het veld achter de verdediging van de tegenstander in balbezit komt, hoef je geen Usain Bolt te zijn om tot een doelpoging te komen.

VRAAG: is er diepte in jouw aanvalsspel? En wat doe je in de omschakeling naar balbezit?

Spelhervattingen
Teams die effectief omgaan met spelhervattingen, vooral corners, hebben hier duidelijke afspraken over gemaakt en verschillende patronen ingestudeerd. Een corner leent zich ook perfect voor het instuderen van enkele vaste varianten aangezien de situatie keer op keer hetzelfde is.  

VRAAG: welke afspraken of patronen heb jij bij (aanvallende) corners?

Oefenvormen
Ter afsluiting enkele oefenvormen waarmee je de patronen die ik geschetst heb op een eenvoudige manier kan trainen:

  • Zoneverdedigen 1, 2, 3
  • Creëren van een overtal 1
  • Afschermen van de as 1, 2
  • Diepgang zonder bal 1, 2
  • Direct druk zetten na balverlies 1
  • Voor wat betreft de corners: verzin een leuke variant en deel die met mij

Veel plezier met de oefenvormen! Tips zijn altijd welkom!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *