Oefenvormen·Omschakeling·Omschakeling2·Partijvormen·Partijvormen 2·Positiespelen·Positiespelen 2·Spelprincipes Cruijff

Spelprincipes van Cruijff deel 2: zet direct druk

In dit artikel wordt het 2e spelprincipe behandeld in de serie ‘Oefenvormen gebaseerd op de spelprincipes van Johan Cruijff’.

Het spelprincipe
Zet direct druk bij balverlies. Dit principe wordt ook wel counterpressing of gegenpressing genoemd. Het idee erachter is dat zodra je de bal verliest, de tegenstander nog niet in de juiste organisatie staat en kwetsbaar is. Bij uitstek dus het moment om druk te zetten, direct na balverlies welteverstaan, dus niet na 3 of 10 seconden. De tegenstander zal immers ook de organisatie weer aanpassen naar balbezit waardoor druk zetten lastiger kan worden.

Oefenvorm
Hoe kun je voorwaarden in een oefening dusdanig creëren dat spelers direct na balverlies druk moeten zetten? Dat is nog best eenvoudig. Bijvoorbeeld in een positiespel 5*2. Het vijftal speelt de bal rond, het tweetal probeert de bal af te pakken. Zodra het tweetal de bal in het bezit heeft moet het proberen de bal in het doel te schieten of uit het vak te dribbelen. Voor het vijftal zit er dan niets anders op dan direct druk zetten om dit te voorkomen.

Helemaal leuk wordt het als er punten worden bijgehouden: het vijftal een punt als er 10x is rondgespeeld, het tweetal een punt als er uit het vak is gedribbeld of een doelpunt is gemaakt. Des te gemakkelijker het is voor het tweetal om een punt te maken, des te groter de noodzaak voor het vijftal om direct druk te zetten. Deze oefening is ook vermakelijk met grote doelen + keepers voor het tweetal om in te scoren.

Wanneer het ondertal uit het vak laten dribbelen of doeltjes gebruiken? Als het ondertal uit het vak kan dribbelen is de noodzaak voor het overtal groter om direct druk te zetten. De balbezittende speler van het ondertal kan namelijk alle kanten op gaan. Als 1 speler van het overtal een klein doeltje afschermt, kunnen andere spelers hiernaar kijken i.p.v. direct druk zetten. Met 2 keepers en een grote doelen is de oefening ook erg leuk. Vanuit de meeste posities in het veld kan na een balverovering een doelpoging gedaan worden, dit vergroot de noodzaak om direct druk te zetten.

Positiespel 5*2, het gele team probeert in balbezit uit het vak te dribbelen

Grotere groep
Stel dat je een grotere groep hebt, of het positiespel wil relateren aan de wedstrijd. Van Erwin van Oosten (huidig hoofdtrainer CEC) kreeg ik daarover een mooie tip. Een positiespel 10*6 waarbij het tiental wedstrijdechte posities inneemt. In onderstaande tekening speelt het rode team in een 4:3:3-formatie met de punt naar achter, de bal is bij de rechtsback. Om het veld staan 6 doeltjes waar het zestal in kan scoren bij balbezit.    

Positiespel 10*6, het gele team probeert in balbezit te scoren en/of buiten het vak te dribbelen

Variaties
Als je meer wil dan ‘gewoon’ druk zetten na balverlies zijn er ook nog variaties aan te brengen in het druk zetten. Bijvoorbeeld op de Duitse tactiekwebsite Spielverlagerung vind je 4 verschillende varianten: ruimte georiënteerd druk zetten, druk zetten door het afschermen van passlijnen, duel georiënteerd druk zetten en bal georiënteerd druk zetten. 

Mocht je fan zijn van het afschermen van passlijnen en druk zetten dan is de volgende oefening een aanrader: een eenvoudige 4*3 waarbij het drietal actief druk moet zetten als het overtal opbouwt. Dit is dus wel iets anders dan direct druk zetten na balverlies.

Eén speler van het gele team zal voor zijn directe tegenstander moeten komen en met overtuiging moeten doorlopen op de balbezittende speler. Juist vanuit een ondertal zal er passlijn afgeschermd moeten worden om druk te zetten.  

Partijvorm 4*3, de gele speler links schermt een passlijn af en zet druk op de opbouw

Heb je vragen of opmerkingen? Laat het me gerust weten!

Binnenkort deel 3 in deze serie: verdedig de zone.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *