Deze oefenvorm is positiespel en afwerkvorm ineen waarbij overtalsituaties uitgespeeld moeten worden.
Het spelprincipe
Het spelprincipe dat toe te passen is op deze oefenvorm is: het uitspelen van een overtalsituatie. Er zal in deze vorm tweemaal kort achter elkaar een overtalsituatie uitgespeeld moeten worden voordat er gescoord kan worden.
De tekening
In een rechthoekig veld zie je 3 tweetallen: rood, blauw en geel. Tussen de blauwe keeper en het rechthoek staan nog 2 spelers: een paarse (verdediger) en een oranje (aanvaller).
De oefenvorm
In het rechthoek wordt een positiespel gespeeld 4vs2. Het tweetal dat de bal verliest, staat in het midden. Na 5 achtereenvolgende passes kan de aanvaller buiten het rechthoek aangespeeld worden. Je kan er voor kiezen hier een 1vs1 te laten spelen terwijl de andere spelers toekijken.
Leuker wordt het als er spelers uit het rechthoek mogen aansluiten. Bijvoorbeeld van elke kleur 1. De kleur die als laatst in het midden stond, steunt de verdediger buiten het rechthoek. Er ontstaat dus een 3vs2.
Coaching
Wat is belangrijk bij deze oefenvorm:
- Lukt het om de 4vs2 uit te spelen? Komt het overtal tot minimaal 5 passes?
- Wordt er op het juiste moment diepte gezocht? Het moet niet na 5 passes, het mogen ook meer zijn
- Is de spits aanspeelbaar op het moment dat het kan?
- Hoe snel sluiten de spelers aan bij de aanvaller? (omschakeling)
- Hoe wordt vervolgens het overtal uitgespeeld en afgewerkt?
Variaties
Enkele mogelijke variaties:
- Varieer met aantallen, binnen of buiten het vak waar een positiespel wordt gespeeld
- Varieer met de vorm van het vak (rond, vierkant etc) waarin een positiespel gespeeld wordt
- Varieer met het aantal passen dat noodzakelijk is om de spits te mogen aanspelen
- Geef het ondertal van de 3vs2 ook gelegenheid tot scoren, bijvoorbeeld in kleine doeltjes
Heb je vragen/opmerkingen? Laat het me gerust weten!
Veel plezier met deze oefenvorm!