Als coach ontkom je niet aan feedback geven en als het goed is wil je dat ook niet. Feedback is het geven van een terugkoppeling over iemands gedrag of prestatie. Voor spelers waarmee je werkt is feedback belangrijk: je schept duidelijkheid als je deelt hoe je over het functioneren van een speler denkt.
Spelers weten door feedback te krijgen waar ze aan toe zijn, waar ze aan moeten werken en waar ze vooral mee moeten doorgaan. Want feedback hoeft niet per se opbouwend of negatief te zijn, feedback kan ook positief zijn. En positieve feedback laat mensen groeien. Maar hoe geef je nou op een goede manier feedback?
Geven
Samengevat: je moet feedback geven, het is niet altijd leuk maar je wil het wel goed doen. Het kan ook spannend zijn: heb ik het wel goed gezien? Hoe zal de ander reageren? Wat als de speler het helemaal niet met mij eens is? Een goed handvat voor het geven van feedback is het OEPS-model, ik schreef er al eerder over. OEPS is een acroniem en staat voor observatie, effect, pauze en suggestie. Hoe gebruik je het OEPS-model in de praktijk?
- Observatie: deel je feitelijke observatie. “Ik zag nadat de tegenstander de 2-0 maakte je koppie naar beneden gaan en vervolgens werd je 2x achter elkaar uitgespeeld door een tegenstander.” Blijf bij de feiten. Wat je deelt is een exacte weergave van de realiteit. Er valt niet over te discussiëren, het is gegaan zoals je beschrijft.
- Effect: welk effect heeft de observatie op jou? “Dat gaf mij het gevoel dat je wedstrijd had opgegeven.” Dit is het gevoel dat jij erbij hebt gekregen. Of de speler in kwestie ook echt heeft opgegeven doet nu minder ter zake, jij hebt het gevoel gekregen en dat deel je. Hou het dus bij jezelf en jouw gevoel.
- Pauze: herken jij dat? Geef de speler de gelegenheid om te reageren, dat kan natuurlijk meerdere kanten opgaan. Een speler kan ontkennen (‘ik herken de situatie niet’ of ‘weet ik niet’) of bevestigend (‘ja dat klopt, ik gaf op’) zijn.
- Suggestie: kan het ook anders? Hoe zouden we dit kunnen oplossen of een volgende keer kunnen voorkomen? Dit wordt lastiger als een speler de situatie uit het specifieke voorbeeld niet herkent. Dan kan je het erbij laten. Maak wel een inschatting in hoeverre je de speler hierover kan vertrouwen. Herkent een speler de situatie wel, kijk dan naar een oplossing. Wat heeft hij/zij nodig om de moed niet op te geven de volgende keer?
Ontvangen
Feedback hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn. Dat kan prima tweerichtingsverkeer zijn. Als er een veilig klimaat is geschapen zal een speler of staflid jou ook feedback durven geven: over de formatie, een wissel of een oefenvorm bijvoorbeeld. Net als bij feedback die jij hebt voor een speler is feedback die jij krijgt niet altijd leuk. Je denkt dat je een leuke training in elkaar hebt gezet maar de feedback na afloop zegt je iets anders…
Toch is dit ook een kans te ontwikkelen. Durf daarom vooral ook om feedback te vragen aan je omgeving. Daarmee stel je jezelf kwetsbaar op en dat kan spannend zijn. Soms schuurt het en de feedback wordt misschien niet altijd even tactisch gebracht, het kan je wel helpen. Schiet niet in de verdediging als je feedback krijgt maar probeer de ander zo goed mogelijk te begrijpen. Vraag door als je de feedback niet begrijpt. Durf de minste te zijn, je hebt de wijsheid niet in pacht en je hebt de voetbalsport niet uitgevonden dus zal je ook niet altijd gelijk hebben. Het is uiteindelijk aan jezelf wat je met de feedback doet.
Tips en reacties zijn welkom! Binnenkort deel 6 in de serie over sociale competenties.