In dit artikel wordt het 8e spelprincipe behandeld in de serie ‘Oefenvormen gebaseerd op de spelprincipes van Johan Cruijff’.
Het spelprincipe
Wissel van positie. Waarom zou je dit willen, van positie wisselen? Soms hoor je in een analyse van een trainer na afloop van een wedstrijd dat spelers van de tegenstander veel positie wisselden, en dat zijn team moeite had om daarmee om te gaan. Het wordt gezien als kracht. Om te kunnen wisselen van positie is beweging nodig, niet alleen met bal maar óók zonder bal. Bewegende spelers zijn nu eenmaal lastiger te verdedigen dan stilstaande spelers. Daarnaast laten bewegende spelers ook ruimtes ontstaan waar medespelers gebruik van kunnen maken.
De oefenvorm
In onderstaande afbeeldingen zie je een positiespel 7*7+3.
Er staan 4 rode en 4 gele spelers in de hoeken van 2 vierkanten. De blauwe spelers zijn neutrale spelers. De overige spelers staan daar tussenin, in een middenvak. De regel: speelt een speler uit het middenvak een speler in de hoek aan, dan moet die positie overgenomen worden door de speler die de bal in de hoek speelt. De speler in de hoek die de bal ontvangt mag dan het middenvak in dribbelen.
Uiteraard kan deze oefening ook met andere aantallen gespeeld worden en met andere vormen zoals driehoeken of cirkels (soort rondo). Â
Heb je vragen of opmerkingen? Laat het me gerust weten!
Binnenkort deel 9 (tevens laatste) in deze serie: profiteer van zwaktes van de tegenstander.