Als iemand een marathon loopt, is het niet lastig om een individuele prestatie te meten. De tijd wordt immers geregistreerd en geeft een plaats in een rangschikking. Aan die rangschikking wordt een bepaalde waarde gehecht. Als je samenwerkt in teamverband kan het lastiger zijn om een individuele prestatie te meten. Bijvoorbeeld als je in een orkest speelt en het geluid dat jij produceert opgaat in geluid van de andere instrumenten. Dat geldt ook voor een teamsport als voetbal.
De Fransman Max Ringelmann heeft onderzoek gedaan naar individuele bijdragen in groepsverband. Ringelmann ontdekte dat bij een groep touwtrekkende mannen iedereen zich minder inspande bij de teameffort dan bij het individueel touwtrekken. Dit verschijnsel wordt social loafing genoemd, de veelgebruikte Nederlandse vertaling is sociaal lanterfanten.
Social loafing is de neiging van mensen om het rustiger aan te doen als de individuele bijdrage niet beoordeeld kan worden doordat er in groepsverband wordt samengewerkt. Binnen elke groep ligt social loafing op de loer. Hoe groter de groep en hoe minder onderlinge verbondenheid des te groter de kans dat mensen mogelijkheden zien om de kantjes eraf te lopen.
Social loafing kan zich ook voordoen binnen het team waar jij onderdeel van bent. Bijvoorbeeld tijdens een training waarin spelers zich niet 100 procent inzetten of zelfs in wedstrijden waarin spelers zich verschuilen achter de prestatie van de sterspeler.
Hoe kan je social loafing voorkomen? Hoe groot is je span of control is leidinggevende, hoe groot mag een groep maximaal zijn wil je nog voldoende ieders individuele prestatie kunnen waarnemen? Hoe is de onderlinge verbondenheid, gaat men door elkaar voor het vuur of juist helemaal niet? Investeer in een cultuur waarin teamgenoten elkaar aanspreken op gedrag om op die manier social loafing te voorkomen.
Tips en reacties zijn welkom! Binnenkort deel 20 in de serie over sociale competenties.