Blogs·Sociale Competenties

Sociale competenties deel 17: de attributietheorie van Weiner

Als iets uitloopt op een mislukking in het leven, een studie of relatie om maar iets te noemen, zijn mensen geneigd om op zoek te gaan naar oorzaken. Waarom is het niet gelukt? Dat gaat ook zo in de sport. Bij uitschakeling of verlies wordt er, soms hardop, nagedacht over de vraag hoe dit heeft kunnen gebeuren. De attributietheorie van de Amerikaanse sociaal psycholoog Bernard Weiner leert ons dat er twee manieren zijn om falen en verlies te analyseren: intern en extern.

Interne en externe attributie
Van interne attributie is sprake als er in de spiegel wordt gekeken: ligt het aan mezelf? Bij externe attributie wordt de oorzaak buiten jezelf neergelegd.

Een voorbeeld: een speler heeft een slechte wedstrijd gespeeld, na afloop geeft de speler hiervoor de volgende redenen:

  • Ik heb me te weinig ingezet (intern)
  • In deze formatie kan ik niet goed spelen (extern)
  • Ik krijg geen ballen van mijn medespelers (extern)
  • De kansen die ik kreeg heb ik niet afgemaakt (intern)

Ander voorbeeld: een coach van een team dat zojuist heeft verloren wordt geïnterviewd, als reden hoor je het volgende:

  • De scheidsrechter floot steeds in ons nadeel (extern)
  • De omschakeling bij balverlies was niet goed (intern)
  • Op zo’n veld kun je niet voetballen (extern)
  • We hebben als team teveel kansen gemist (intern)

We hebben het nu bewust over falen en verlies omdat succes veelal intern geattribueerd worden en falen vaker extern. Succes: we hebben het zelf goed gedaan! Falen: we missen teveel spelers door schorsingen en blessures. Ook successen van rivalen worden makkelijk extern geattribueerd: ze hebben geluk gehad, i.p.v. bijvoorbeeld ze hebben de teamfuncties beter uitgevoerd.

Invloed
Nadat de redenen als intern of extern zijn gekwalificeerd komen we bij de volgende vraag: waar ligt je invloed en zijn deze oorzaken veranderlijk of niet? De kwalificaties van intern en extern en de eventuele veranderlijkheid hebben invloed op toekomstig gedrag van spelers. Immers: als een oorzaak voor falen bij jezelf ligt én het is veranderlijk, dan kan dit motivatie geven om te ontwikkelen. En als een oorzaak voor succes bij jezelf ligt geeft dit sowieso energie. Ligt een oorzaak van falen buiten jezelf en is het niet veranderlijk, laat het dan los.

Vraag
Let aankomend weekend eens op spelers van je eigen team, wat zeggen ze in de rust of na afloop van een wedstrijd? Is het interne of externe attributie? En jezelf, wat zeg jij? Kijk eens een potje voetbal op tv, wat zeggen spelers en coaches daar om de uitslag te duiden?

Tips en reacties zijn welkom! Binnenkort deel 18 in de serie over sociale competenties.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *