Pass/trapvormen·Pass/trapvormen 2

Pass/trapvorm ‘de zeskant’

Deze oefenvorm is een pass/trapvorm genaamd ‘de zeskant’.

De tekening
In de tekening zie je 4 rode en 4 gele spelers bij 6 pionnen staan. De pionnen zijn tweemaal genummerd van 1 t/m 3.

De zwarte lijn is een passlijn, de rode lijn is een loopactie zonder bal.

De oefenvorm
De vorm start eenvoudig bij beide pionnen met nummer 1 en gaat van 2 naar 3 om uiteindelijk weer bij 1 uit te komen aan de overkant. Spelers lopen achter de bal aan. De vorm kun je stapsgewijs uitbreiden door:

  1. De 1e bal te laten kaatsen: van speler 2 terug naar 1, daarna van speler 1 naar 3
  2. Vervolgens ook de 2e pass te laten kaatsen: speler 3 legt terug op 2, daarna speelt speler 2 naar 1 van de overkant
  3. Doe de oefening vervolgens in tegengestelde richting
De 1e bal wordt gekaatst
De 2e bal wordt ook gekaatst

Coaching
Waar kan je op letten bij deze oefening:

  • Kwaliteit van de passing dus: juiste been inspelen met de juiste balsnelheid
  • Wordt er gevraagd om de bal en worden er vooracties gemaakt door spelers die de bal moeten ontvangen?
  • Worden passes nagecoacht (draai/kaats)

Variaties
Enkele variaties (zie de afbeeldingen hieronder):

  • Voeg een pion in het midden toe
  • Bij voldoende spelers kan je de oefening dubbel uitzetten, niet alleen náást elkaar maar ook dóór elkaar. De moeilijkheidsgraad wordt hiermee verhoogd: spelers moeten niet tegen elkaar aan lopen en ballen moeten niet tegen elkaar geschoten worden. Is de weg vrij voor een loopactie naar de volgende pion? Ligt de passlijn open naar het volgende station?
  • Maak van de pass naar pion 1 een dribbel zodat het tempo hoger kan komen te liggen
Extra pion in het midden
Dubbel uitgezet, door elkaar

Heb je vragen/opmerkingen? Laat het me gerust weten!

Veel plezier met deze oefenvorm!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *