Het huidige coronatijdperk vraagt nogal wat creativiteit van trainers. Trainen in tweetallen op 1,5 meter afstand is niet wat we gewend zijn. Hierbij 10 oefenvormen die je kan doen in coronatijd, rekening houdend met de restricties.
De oefeningen
- Airhockey
- Pass/trapvorm
- Voetvolley 1vs1
- Corners direct scoren
- Latje trap
- Afwerkvorm 1
- Afwerkvorm 2
- Dribbelvorm
- Voetgolf
- Stabiliteitsoefeningen
Airhockey
Twee spelers staan in afgezette vakken voor een laag jeugddoel. De bedoeling is om te scoren bij de tegenstander. Een speler mag niet uit het vak komen. Stel een maximum aantal balcontacten in om het moeilijker te maken.
Pass/trapvorm
Twee spelers staan in een afgezet vak. Vanuit dat vak wordt de bal overgespeeld. Afstand en grootte van het vak afhankelijk van leeftijd en niveau. Je kan hierbij ook variëren met de manieren waarop moet worden aangenomen (zwakke been/bovenbeen/borst etc). . Stel een maximum aantal balcontacten in om het moeilijker te maken.
Voetvolley 1vs1
Speel voetvolley 1vs1. Als je geen voetvolleynet hebt kan je ook een doel plaatsen tussen de vakken van de spelers.
Corners scoren
Laat spelers, 1vs1, corners direct scoren. Zonder keeper. Wie scoort het eerst één goal? Of 10? Of hoeveel doelpunten kan je maken in een bepaalde tijd?
Latje trap
Een competitie met latje trap. Begin dichtbij het doel en maak de afstand steeds groter. Begin bijvoorbeeld vanaf 5 meter, dan de penaltystip en dan vanaf de rand van het zestienmetergebied dan eventueel nog verder. Wie raakt het eerst vanaf alle afstanden de lat? Variant hierop kan ook voetbalbowlen zijn spelers pionnen moeten omschieten i.p.v. de lat raken.
Afwerkvorm 1
Speler 1 staat naast het doel, speler 2 op de rand van het zestienmetergebied. Speler 1 speelt naar speler 2: aannemen en schieten. Maximaal 2 balcontacten of zelfs 1 balcontact. Als je geen keeper hebt kan je of kleine goaltjes in de grote goal plaatsen om het moeilijker te maken of een goalshot gebruiken. Wie maakt de meeste doelpunten?
Afwerkvorm 2
Speler 1 staat naast het doel, speler 2 op de van het zestienmetergebied. Speler 1 speelt naar speler 2 en sprint achter speler 2 langs. Speler 2 legt de bal breed en speler 1 werkt af.
Dribbelvorm Â
Wat gaan de spelers doen? Deze dribbelvorm kent verschillende elementen: eerst door de loopladder, aangekomen bij de bal 10x hooghouden, dan een slalom door de pionnen, vervolgens een slalom door de breed uitstaande stokken en als laatst scoren in het kleine doel. Wie kan het snelst door het circuit? Met een dribbelvorm is eenvoudig te variëren, enigszins afhankelijk van de beschikbare materialen op de club.
Voetgolf
Twee spelers beginnen met een bal in de middencirkel. Binnen hoeveel passes hebben de spelers hun eigen bal in het vakje bij de cornervlag gepasst? Je kan afspreken dat de bal niet buiten het veld gespeeld mag worden, dan moet de speler weer opnieuw beginnen. Ook kan je obstakels toevoegen waarom omheen/overheen/onderdoor gespeeld moet worden.
Stabiliteitsoefeningen
Wat kan je zoal doen, zelfs zonder materiaal? Planken, push-ups, sit-ups (met bal), air-squats, sprints of rustig hardlopen. Rond veel voetbalvelden staan hekken, hoe vaak kunnen spelers daar overheen/onderdoor in een bepaalde tijd? Je kan heel eenvoudig een circuitje uitzetten.
Wat oefeningen leuk maakt voor spelers is een competitief element toevoegen. Dat kan bij bijna alle vormen. Spelers kunnen in een circuitvorm alle oefeningen doorlopen en daarbij scores bijhouden (gescoorde doelpunten, snelste tijd bijvoorbeeld). Verder: denk in mogelijkheden, wat kan wel? Zet het plezier voorop!
Veel plezier met deze oefenvormen!