Deze oefenvorm is een partijvorm waarbij teams zo snel mogelijk moeten omschakelen.
Het spelprincipe
Centraal tijdens deze oefenvorm staat het omschakelen. Zowel omschakeling naar
balbezit al omschakeling bij balverlies.
De tekening
In de tekening zie je een veld waarbij de doelen met de achterkant tegen elkaar aan staan. Van rood en geel zijn er 5 veldspelers plus een keeper.
De oefenvorm
Aan de linkerkant van het veld speelt rood de bal rond vanuit een overtalsituatie.
Na 10 keer rondspelen mag er gescoord worden. Verovert geel de bal, dan volgt
er een verplaatsing naar het andere speelveld en mag geel na 10 keer rondspelen
proberen te scoren.
Van het rode team blijven er, zoals in de tekening te zien is, 3 spelers staan bij omschakeling. Op beide helften wordt er dus 5*2 gespeeld plus de keeper.
Coaching
Het belangrijkste is natuurlijk dat er zo snel mogelijk wordt omgeschakeld,
zowel bij balverlies als naar balbezit. Doen de spelers dit? Dit kan op
verschillende manieren:
- Bij balverlies kan de spelverplaatsing nog voorkomen worden? Druk zetten op de bal dus
- Bij balverlies zijn we z.s.m. op de andere speelhelft?
- Bij balbezit verplaatsen we z.s.m. het spel?
- Zijn we aanspeelbaar op de andere speelhelft?
- Sluiten we z.s.m. aan op de andere speelhelft?
Ook is het goed om in de gaten te houden welke spelers in ondertal aan het verdedigen zijn. Zijn dit steeds dezelfde of is er variatie?
Variaties
Enkele mogelijke variaties:
- Uiteraard kan de oefening ook met andere aantallen gedaan worden
- Bij het ontbreken van keepers kan je ook met kleine goals spelen
- Minder vaak of vaker laten rondspelen voordat er gescoord kan worden
- Beloon de winnaar of geef de verliezer een passende sanctie
- Verplaats de doelen naar de ‘normale’ plaats
Heb je vragen/opmerkingen? Laat het me gerust weten!
Veel plezier met deze oefenvorm!
