Deze oefenvorm is een positiespel met omschakelmomenten.
Het spelprincipe
Zo snel mogelijk omschakelen.
De tekening
In de tekening zie je 8 rode spelers en 4 gele spelers. Er staan 4 oranje
pionnen in een groot vierkant en 4 groene pionnen in een klein vierkant.
De oefenvorm
In het grote oranje vierkant wordt een positiespel gespeeld: 8 rode tegen 4
gele spelers. Zodra geel de bal afpakt, brengt geel de bal in het kleine,
groene vierkant. Als de bal in het groene vierkant is, mogen er 2 rode spelers
bijsluiten in het vierkant. In het groene vierkant spelen vervolgens 4 gele en
2 rode spelers een positiespel. Pakt rood bal af, dan wordt er weer 8 tegen 4
gespeeld in het grote vierkant.
Coaching
Het gaat bij deze oefening om het zo snel mogelijk omschakelen naar balbezit en
omschakelen bij balverlies. Dus schakelt iedereen tijdig om? Bijvoorbeeld:
- Het overtal na balverlies: is er nog druk op de bal om te voorkomen dat het ondertal in het kleine vierkant wordt aangespeeld?
- Het overtal na balverlies: hoe snel zijn er 2 spelers in het kleine vierkant?
- Het ondertal bij balverlies: hoe snel is er weer druk op de bal? En hoe snel wordt iemand in het kleine vierkant aangespeeld als de bal wordt afgepakt?
Variaties
Enkele mogelijke variaties:
- De oefening uitzetten in een cirkel of driehoek i.p.v. een vierkant
- Punten toekennen na een x-aantal keren rondspelen
- Maximaal aantal balcontacten per speler
- Mooier is natuurlijk het omschakelen belonen, bijvoorbeeld door het overtal een punt toe te kennen als het ondertal het kleine vierkant niet heeft kunnen bereiken na balverovering
Vanzelfsprekend kan de oefening ook met andere aantallen gedaan worden.
Tip: zet het kleine vierkant af met zo klein mogelijke dopjes/pionnen anders staan ze in de weg als in het grote vierkant wordt gespeeld.
Heb je vragen/opmerkingen? Laat het me gerust weten!
Veel plezier met deze oefenvorm!
